Hij zei tot hen: Maar jij, wie zeg jij, dat Ik ben?
Mattheüs 16:13 t/m 15
MAAR WAT ZEGT JEZUS EIGENLIJK OVER ZICHZELF?
In zeven verschillende uitspraken vinden we in het evangelie naar Johannes de verklaring van Jezus ‘Ik ben’/ ἐγὼ εἰμί (egō eimi):
De Heere Jezus Christus zei: “Ik Ben de ware (echte) Wijnstok!”
Vorige keer hebben afgesloten met de bloesem van de ranken.
De bloemkroon bestaat uit 5 kroonblaadjes, aan de top en de voet vergroeid, en valt nadien in zijn geheel af.
Dit is een prachtig beeld van de kronen en lauwerkansen die wij ontvangen aan het einde van onze aardse wedloop. (ons vreemdelingschap op aarde) die wij afdoen en terug geven aan onze Heere Jezus Christus. De echte Koning!
De kronen zijn een teken van de goedkeuring van de Heer, een bewijs van erkenning van Zijn kant. Ze worden uitgedeeld voor Zijn rechterstoel *(vgl. 2 Tim. 4:8). Ze vormen zeker ook een aansporing om trouw te zijn, te volharden in de strijd en te jagen naar het heerlijke einddoel. Daar te zijn waar Jezus is.
*Voorts is mij (jouw en mij) weggelegd de kroon van de rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in die dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. 2Timotheüs 4:8
welke kronen worden er genoemd in Gods Woord?
De kroon van het leven.
zalig is de man, die verzoeking verdraagt; want als hij beproefd zal geweest zijn, zal hij de kroon van het leven ontvangen, welke de Heere beloofd heeft degenen, die Hem liefhebben.
Jakobus 1:12
Vrees geen van alle dingen, die jij lijden zal. Ziet, de duivel zal enigen van jullie in de gevangenis werpen, opdat jullie verzocht worden; en jullie zullen een verdrukking hebben van tien dagen. Wees getrouw tot de dood, en Ik zal jouw geven de kroon van het leven. Openbaring 2:10
Naast de kroon van het leven vinden wij in het Nieuwe Testament nog andere kronen.
1. Een onvergankelijke kroon. Voor jouw en mij als wij de wedloop tot het einde volbrengen in gehoorzaam leven aan de wil van God.
En een iegelijk (iedereen), die om prijs strijdt, onthoudt zich in alles. Deze dan doen wel dit, opdat zij een verderfelijke kroon zouden ontvangen, maar wij een onverderfelijke. 1korinthe 9:25
2. De kroon van de roem. Voor jouw en mij al wij Gods Woord prediken en leven als discipel (volgeling) van Jezus Christus.
Zo dan, mijn geliefde en zeer gewenste broeders, mijn blijdschap en kroon, staat alzo in den Heere, geliefden! Filippenzen 4:1
Want welke is onze hoop, of blijdschap, of kroon van roem? Zijn jullie die ook niet voor onzen Heere Jezus Christus in Zijn toekomst? 1 Thessalonicenzen 2:19
3. De kroon van de gerechtigheid. Dat is de volmaakte gerechtigheid van Christus waarmee wij zijn bekleed.
Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben. 2Timotheüs 4:8
4. De onverwelkelijke kroon van de heerlijkheid. Dat is de heerlijkheid van Christus, die in blijvende schoonheid zal worden geschonken aan hen die nu nog delen in Zijn smaad en Zijn verwerping.
De ouderlingen, die onder u zijn, vermaan ik, die een medeouderling, en getuige van het van Christus ben, en deelachtig der heerlijkheid, die geopenbaard zal worden:
Weidt de kudde Gods, die onder u is, hebbende opzicht daarover, niet uit bedwang, maar gewillig; noch om vuil gewin, maar met een volvaardig gemoed;
Noch als heerschappij voerende over het erfdeel des Heeren maar als voorbeelden der kudde geworden zijnde.
En als de overste Herder verschenen zal zijn, zo zult gij de onverwelkelijke kroon der heerlijkheid behalen. 1 Petrus 5:1 t/m 4
Het is opmerkelijk dat hetzelfde woord (Gr. stephanos) ook wordt gebruikt voor de krans van dorens, de doornenkroon die Christus in Zijn vernedering op aarde heeft gedragen (Mattheüs 27:29; Markus 15:17 en Johannes 19:2, 5). Als eigennaam komt het woord voor in het boek Handelingen (Stefanus), en als werkwoordsvorm in 2 Timotheüs 2:5 (‘een kampvechter wordt niet gekroond, als hij niet volgens de regels heeft gestreden’), als ook in Hebreeën 2:7, 9 (‘met heerlijkheid en eer gekroond’). Verder noemt het boek Openbaring nog de volgende kronen of kransen:
1. De kroon van de trouwe gelovigen te Philadelphia, die vasthouden aan het woord en de naam van de Heer (Openbaring 3:11).
2. De gouden kronen van de verheerlijkte heiligen (Openbaring4:4 en 10)
3. De kroon van de overwinnende macht die naar voren treedt bij de opening van het eerste zegel (Openbaring 6:2).
4. De kronen van de demonische machten, die symbolisch als sprinkhanen worden voorgesteld (Openbaring 9:7).
5. De kroon van twaalf sterren als het sieraad van Israël (Openbaring 12:1);
6. De gouden kroon die de Zoon des mensen siert bij Zijn komst om te oordelen (Openbaring 14:14).
In al deze zes gevallen wordt het Griekse woord stephanos gebruikt. De kroon is hier het teken van beloning, erkenning, overwinning, of eenvoudig ook van een bepaalde waardigheid waarin degene die gekroond wordt verschijnt.
De kronen die de gelovigen ontvangen, worden hun niet gegeven op grond van onze eigen inspanning of trouw. dit blijkt wel uit het feit dat de vierentwintig ouderlingen in Openbaring 4 hun kronen neerwerpen voor de troon. En alle eer toeschrijven aan Hem die daarop zit. Niet zij, maar Hij alleen is waardig!
U Heere, bent waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. Openbaring 4:11
Heb jij het ook gezien? De bloesem aan de rank van de wijnstok vertellen jouw en mij een heerlijk evangelie!
Alle dingen hebt U onder zijn voeten onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, heeft Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen is; maar nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen zijn;
Maar wij zien Jezus met heerlijkheid en eer gekroond, Die een weinig minder dan de engelen geworden was, vanwege het lijden des doods, opdat Hij door de genade Gods voor allen den dood smaken zou. Hebreeën 2:8 en 9
Door dat de Heere Jezus de doornenkroon (beeld van jouw en mijn zonden, ongehoorzaamheid) voor jouw en mij heeft gedragen (Mattheüs 27:29, Markus 15:17 en Johannes 19:2 en 5), worden wij in gehoorzaamheid aan Hem gekroond met Zijn kronen!
U Heere, bent waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen. Openbaring 4:11