Een vraag om over na te denken: waarom roept Gods Woord ons op om ons te bekeren = te geloven in Jezus, als we vandaag de dag geloven dat uiteindelijk iedereen in de hemel komt?
Anders gezegd: Als uiteindelijk iedereen in de hemel komt, is er GEEN noodzaak tot bekering!
Geen noodzaak om heilig te leven, geen noodzaak om gehoorzaam te zijn aan de wil van God, geen noodzaak om NIET wereldgelijkvormig te zijn.
Of anders gezegd: God is liefde, leef je leven en kom uiteindelijk `gewoon` in de hemel!
Denk er maar eens over na, WAT KLOPT HIER NIET?
Men redeneert, de hel is fictie, of zinnebeeldig, gedachtengoed uit de middeleeuwen. De hel is tijdelijk, of alleen voor de duivel en zijn demonen.
Maar niks is minder waar, zoals deze studie je laat zien!
En de waarschuwing is gegeven, Niemand komt tot God, dan door Jezus Christus! Buiten om Jezus Christus is het voor eeuwig verloren en eeuwig (zonder eind) verblijven in de hel!
Is deze boodschap te hard, of overdrijf ik en sla ik nu een beetje door? Denk je dat echt…
JEZUS ZELF IS DE PERSOON DIE HET MEESTE HEEFT GESPROKEN EN GEWAARSCHUWD OVER / VOOR DE HEL! Luister dan naar Hem!
*Wist je dat:
De hel is een gevangenis Zonder uitgang!
De hel is een vergelding! Openbaring 14:10 en 11
Jezus loopt ons na tot de rand van de hel om je in de hemel te krijgen! 2Korinthe 5:20
Jezus sprak nooit over de hel tegen ongelovigen!
Jezus redt ons van de toorn = woede van God.
*Henk van Zon ministries
Phulake -(6)-
-(6)- Phulake: Mattheüs 5:25, 14:3, 14:10, 14:25, 18:30, 24:43, 25:36, 25:39, 25:44, 25:44 en
6:17. Markus 6:28 en 6:48. Lukas 2:8, 3:20, 12:38(2x), 12:58, 21:12, 22:33, 23:19 en 23:25. Johannes 3:24. Handelingen 5:19, 5:22, 5:25, 8:3, 11:36, 12:4, 12:5, 12:6; 12:10, 12:17, 16:23, 16:24,
16:27, 16:37, 16:40, 22:4 en 26:10. 2Korinthe 6:5 en11:23 1Petrus 3:19. Openbaring 2:10, 18:2(2x) en 20:7.
Phulake betekent “gevangenis”. De phulake in 1 Petrus 3:19 is de BEWAARPLAATS VAN DE ONGEHOORZAMEN
MENSEN (HUN GEESTEN) UIT DE TIJD VAN DE VLOED. Dit heeft niets van doen met de hel. We
moeten hier denken aan een bepaald deel van het dodenrijk (het pijnlijke gedeelte – zie Lukas
16:19-31)
phulake [5438]Strong’s SV 1977 (zo ook HSV, NBG, KJV) alwaar die ongehoorzamen bewaard blijven tot hun opstanding ten oordeel. 1Petrus 3:18-20: Want Christus heeft ook eens voor de zonden geleden, Hij rechtvaardig voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Die wel is gedood in het vlees, maar levend gemaakt door den Geest; In Denwelken Hij ook, henengegaan zijnde, den geesten, die in de gevangenis zijn, gepredikt heeft, Die eertijds ongehoorzaam waren, wanneer de lankmoedigheid Gods eenmaal verwachtte, in de dagen van Noach, als de ark toebereid werd; waarin weinige (dat is acht) zielen behouden werden door het water.
phulake[5438]: foo-lak-ay’ from 5442; a guarding or (concretely, guard), the act, the person;
figuratively, the place, the condition, or (specially), the time (as a division of day or night),
literally or figuratively:–cage, hold, (im-)prison(-ment), ward, watch.
Hier hebben we een juiste vertaling in NBG, SV, HSV en KJV.
Wanneer is Jezus daar geweest? Niet toen Hij in het graf was, want toen is Hij naar de hades gegaan
(Handelingen 2:31: Gr. hades), dat vertaald moet worden met dodenrijk (het paradijsgedeelte – zie Lukas 16:19-31 en Lukas 23:43). In Handelingen 2:31 vertaalt NBG terecht met dodenrijk, HSV aanvaardbaar met graf, KJV onterecht met hell, SV onterecht met hel.
Hij is na Zijn overwinning over het graf (“levend gemaakt”,) – na Zijn opstanding dus – in de
Geest naar de geesten in de phulake gegaan om tot hen te prediken. Wie waren deze geesten? Niet
de gevallen engelen van Genesis 6, want dezen werden verbannen naar de tartarus (zie 2 Petrus
2:4) – zie de bespreking hierna.
TARTARUS. -7-
Tartarus komt enkel voor in: 2Petrus 2:4.
Tartarus is een ander woord voor afgrond – Grieks abyssos. (Zie volgend kopje).
Het gaat om de BEWAARPLAATS VAN DE ONGEHOORZAME ENGELEN UIT DE TIJD VAN DE VLOED. We
moeten hier ruwweg denken aan zoiets als de bewaarplaats van de onrechtvaardige menselijke doden.
(vgl. ‘de rijke’ uit Lukas 16:19-31) waar die bepaalde afvallige engelen (afzonderlijk) bewaard
worden tot aan hun oordeel.
2Petrus 2:4: tartaroo – [5020] Strong’s
Want indien God engelen, die gezondigd hadden, niet gespaard heeft, maar hen, door hen in
de afgrond te werpen, aan krochten der duisternis heeft overgegeven om hen tot het oordeel
te bewaren. NBG 1951.
Want indien God de engelen, die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar, die in de hel
geworpen hebbende, overgegeven heeft aan de ketenen der duisternis, om tot het oordeel
bewaard te worden. SV 1977.
Want als God de engelen die gezondigd hebben, niet gespaard heeft, maar hen in de hel geworpen
en overgegeven heeft aan de ketenen van de duisternis om tot het oordeel bewaard te
worden. HSV 2010.
For if God spared not the angels that sinned, but cast [them] down to hell, and delivered
[them] into chains of darkness, to be reserved unto judgment. KJV 1611
5020: tartaroo tar-tar-o’-o from Tartaros (the deepest abyss of Hades); to incarcerate in
eternal torment:–cast down to hell.
We zien hier een onjuiste vertaling in SV, KJV en ook HSV.
ABYSSOS -8-
Abyssos: Lukas 8:31. Romeinen 10:7. Openbaring 20:3, 9:1, 9:2; 9:11, 11:7, 17:8 en 20:1.
Abyssos betekent afgrond, diepte, bodemloze put. Het is een BEWAARPLAATS VOOR DEMONEN.
Hierna de plaatsen waar dit woord voorkomt. Alle beschouwde vertalingen vertolken correct. We
kunnen hier denken aan wat onder tartarus werd gezegd.
Lukas 8:31: abyssos – [12] Strong’s
En zij baden Hem, dat Hij hun niet gebieden zou in de afgrond heen te varen. SV 1977
And they besought him that he would not command them to go out into the deep. KJV 1611
Romeinen 10:7: abyssos – [12] Strong’s
Of, wie zal in de afgrond neerdalen? Dat is Christus uit de doden opbrengen. SV 1977
Or, Who shall descend into the deep? (that is, to bring up Christ again from the dead). KJV
1611
Openbaring 9:11, 11:7, 17:8 en 20:1,3: abyssos – [12] Strong’s
9:11: And they had a king over them, [which is] the angel of the bottomless pit, whose
name in the Hebrew tongue [is] Abaddon, but in the Greek tongue hath [his] name Apollyon;
11:7: And when they shall have finished their testimony, the beast that ascendeth out
of the bottomless pit shall make war against them, and shall overcome them, and kill them;
17:8: The beast that thou sawest was, and is not; and shall ascend out of the bottomless pit,
and go into perdition: and they that dwell on the earth shall wonder, whose names were not
written in the book of life from the foundation of the world, when they behold the beast that
was, and is not, and yet is; 20:1, 3: And I saw an angel come down from heaven, having the
key of the bottomless pit and a great chain in his hand; 3 And cast him into the bottomless
pit, and shut him up, and set a seal upon him, that he should deceive the nations no more, till
the thousand years should be fulfilled: and after that he must be loosed a little season.
KJV 1611 (NBG, SV en HSV vertalen hier met afgrond)
12: abussos, ab’-us-sos; from I (as a neg. particle) and a var. of 1037; depthless, i.e. (spec.)
(infernal) “abyss” :– deep, (bottomless) pit.
Volgende keer:
We sluiten af met:
Waar bevinden zich Sjeool / Hades en Hehenna?