Met deze studie zoemen we in op het Joodse huwelijk.
Een huwelijk zoals het in de tijd van de Bijbel onder Gods volk gesloten werd.
Het eerste huwelijk wat we kennen vanuit het oude Testament is het huwelijk van Adam en Eva.
God zelf bracht ze bij elkaar, in Genesis 2:20 staat: Zo had Adam genoemd de namen van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het gedierte des velds; maar voor de mens vond hij geen hulp, die als tegen hem over was.
God Zelf bracht ze bijelkaar, in Genesis 2:18 staat: Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulp maken, die als tegen hem over zij.
Toen deed de HEERE God een diepen slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot derzelver plaats toe met vlees.
En de HEERE God bouwde de ribbe, die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam.
Toen zeide Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is. Genesis 2:21 t/m 23.
Dit is het eerste huwelijk wat we kennen vanuit het Oude Testament.
Het valt ons op dat we nergens in het oude testament lezen van een huwelijkssluiting waar een ambtenaar en of dominee aan te pas komt.
Wel lezen we over huwelijkswetten in Deuteronomium 22:13 t/m 30
In genesis 24:67 staat: En Izak bracht haar in de tent van zijn moeder Sara; en hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief. Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood.
Hier lezen we dat je ouders verlaten, je vrouw aanhangen en tot een vlees zijn, Gods kijk is op het huwelijk. geslachtsgemeenschap is NIET vrijblijvend, het is een bevestiging van het verbond wat je met je vrouw bent aangegegaan.
Het huwelijk is een beeld van het verbond met Christus en Zijn gemeente.
in de Efeze-brief wordt gesproken over een geweldige geheimzinnigheid. Het betreft de relatie tussen man en vrouw in hun aardse huwelijk in vergelijking met het goddelijke huwelijk tussen Christus en Zijn Gemeente. Efez. 5:31-32 – “Daarom zal een mens zijn vader en moeder verlaten, en zal zijn vrouw aanhangen; en zij twee zullen tot een vlees wezen. Deze verborgenheid is groot; doch ik zeg dit, ziende op Christus en op de Gemeente.”
Er zijn dan ook gelijkenissen te vinden tussen het aardse huwelijk en het huwelijk tussen Christus en de Gemeente.
God creëerde het aardse huwelijk en Hij bepaalde de voorwaarden voor dit verbond. God bracht man en vrouw samen. Mattheüs 19:6 – “Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar een vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.”
De Bijbel is heel duidelijk ten aanzien van de mannen, om het voorbeeld van Jezus Christus na te volgen. Efez. 5:28-29 – “Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouwen lief te hebben, gelijk hun eigen lichamen. Die zijn eigen vrouw liefheeft, die heeft zichzelven lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het, en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente.”
Spreuken 5:15-18 zegt heel duidelijk tegen de man om alléén van de zegeningen van zijn eigen vrouw te genieten (dus niet van andere vrouwen): “Drink water uit uw bak, en vloeden uit het midden van uw bornput; Laat uw fonteinen zich buiten verspreiden, en de waterbeken op de straten; LAAT ZE DE UWE ALLEEN ZIJN, en van geen vreemde met u. Uw springader zij gezegend; en verblijd u vanwege de huisvrouw uwer jeugd;”
God verlangt harmonie in het aardse huwelijk te zien. Dit principe blijkt reeds uit het scheppingsverhaal in het boek Genesis. God concludeerde dat Adam een echtgenote (Eva) nodig had. Genesis.2:18 – “Ook had de HEERE God gesproken: Het is niet goed, dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij.”
Dat betekent hier “op een zodanige wijze tegenover elkaar staan, dat er balans en eenheid is”. Dat is werkelijke harmonie!
Om een beeld te krijgen hoe het Joodse huwelijk een beeld is van Christus en Zijn gemeente luister je naar de uitleg van Willem Lingeman in de link hieronder.