En Abraham noemde den naam van die plaats: De HEERE zal het voorzien! Waarom heden ten dage gezegd wordt: Op den berg des HEEREN zal het voorzien worden!
Genesis 22:14
Een psalm van David. De HEERE is mijn Herder, *mij zal niets ontbreken. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden; Hij voert mij zachtjes aan zeer stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel; Hij leidt mij in het spoor der gerechtigheid, om Zijns Naam wil. Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij U richt de tafel toe voor mijn aangezicht, tegenover mijn tegenpartij; U maakt mijn hoofd vet met olie, mijn beker is overvloeiende. Overigens zullen mij het goede en de weldadigheid volgen al de dagen van mijn levens; en ik zal in het huis des HEEREN blijven in lengte van dagen.
Psalm 23
• LET OP! De Heere is mijn Herder, `mij` = verkeerd vertaald! Er moet staan: ` Hij` zal niet ontbreken! Dat geeft ook meteen een heel andere lading aan psalm 23.
In sommige periodes kan het lijken alsof het jou aan alles ontbreekt, maar Hij, jouw Heer en Herder zal Nooit ontbreken!
Daarom wees niet bezorgd, zeggende: Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat gij al deze dingen behoeft. Maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen jou toegeworpen worden.
Mattheüs 6:31 t/m 33
En gijlieden, vraagt niet, wat gij eten, of wat gij drinken zult; en weest niet wankelmoedig. Want al deze dingen zoeken de volken der wereld; maar uw Vader weet, dat gij deze dingen behoeft. Maar zoekt het Koninkrijk Gods, en al deze dingen zullen u toegeworpen worden.
Lukas 12:29 t/m 31
Wat zullen wij dan tot deze dingen zeggen? Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? Die ook Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet ALLE dingen schenken? Romeinen 8:31 en 32
En God is machtig alle genade te doen overvloedig zijn in u; opdat gij in alles te allen tijd, alle genoegzaamheid hebbende, tot alle goed werk overvloedig moogt zijn. Gelijk er geschreven is: Hij heeft gestrooid, hij heeft den armen gegeven; Zijn gerechtigheid blijft in der eeuwigheid.
2korinthe 9:8 en 9
Mijn God zal in al uw behoeften naar zijn rijkdom heerlijk voorzien, in Christus Jezus.
Filippenzen 4:19
Mijn lijfspreuk waar ik uit leef is = Ik ben niet rijk omdat ik een miljoen op de bank heb, ik ben rijk omdat ik in en door Jezus Christus OVERAL bij kan!
De enige waarheid = Jezus heeft jou vrijgemaakt!