Nee, God is totaal gestopt met het straffen wat ons betreft. God heeft namelijk op zich genomen, in feite heeft Hij zelfs de feitelijke zondenatuur in zichzelf opgenomen op het kruis.
2 Corinthe 5: 21 Hem, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid Gods in Hem.
Vandaar dat er nu geen straf meer overblijft voor onze zonden.
Denk nu eens na over het woord ‘straf’. ‘Straf’ houdt ‘vergelding’ of ‘vergoeding’ in. Het is het betaald zetten van iets. Er is iets gebeurd en dat moet rechtgezet worden door betaling.
Ik wil absoluut niet beweren dat we geen pijn of moeite zullen ervaring als we zondigen. Dat wil ik helemaal niet beweren. Dat wil niet zeggen dat God ons straft. Dat heeft alles te maken met het natuurlijk verloop van zonde. Het zijn vaak je eigen zonden die op je terugvallen. Het is niet de straf van God.
Waar past ‘tucht’ of ‘kastijding’ in dit plaatje?
1 Corinthe 11: 32 Maar onder het oordeel van de Here worden wij getuchtigd opdat wij niet met de wereld zouden veroordeeld worden.
Hebreeën 12: 6-10 Wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here en Hij kastijdt iedere zoon, die Hij aanneemt. Als tuchtiging hebben jullie dit te dragen: God behandelt je als zonen. Want is er wel een zoon, die door zijn vader niet getuchtigd wordt?….. Want zij [de ouders] hebben ons voor luttele dagen naar hun beste weten getuchtigd maar Hij doet het tot ons nut, opdat wij deel verkrijgen aan zijn heiligheid.
Openbaring 3: 19 Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u.
(Mijn [Hein] eigen commentaar: Tucht in de vorm van kastijding en bestraffing is de wijze waarop God Zijn volk onder het oude, maar ook onder het nieuwe Verbond naar zich toe trekt. De zoon wordt daardoor gevormd. Het krijgt daardoor [als een soort proces] deel aan Gods heiligheid.
Het gebruik van ditzelfde woord is in de late brieven, die aan ons geadresseerd zijn, anders. Titus 2: 11-12 De genade van God is verschenen, heilbrengend voor alle mensen, om ons op te voeden,
Hier is het de genade van God die tuchtigt. Het is hetzelfde woord. We weten uit het onderwijs in de Bijbel over de genade van God hoe dit functioneert. We krijgen daardoor bijvoorbeeld niet langzamerhand deel aan Gods heiligheid. Vanuit Gods heiligheid, vanuit God gerechtigheid, vanuit Gods verlossing leert de genade ons te leven. Het volmaakte is al een feit. Genade leert ons daaruit te leven. Einde mijn commentaar)
Hebreeën 12: 6 Wie Hij liefheeft, tuchtigt de Here.
Tuchtiging is iets totaal anders dan straf. Straf komt als een soort vergelding. Tuchtiging is uitsluitend een correctie. De Heer zal ons van tijd tot tijd de gevolgen van onze zonden laten ervaren, waardoor we vanuit de consequenties het zinloze en dwaze van ons eigen wandelen naar het vlees zullen proeven.
Als we dat eenmaal geproefd hebben zullen we ook telkens alleen op Christus als onze bron van leven terugvallen en niet op ons eigen vlees. Als de Heer het toelaat dat we getuchtigd worden, dan is dat een uitdrukking van Zijn liefde. Het is ook uitsluitend om ons te corrigeren en niet om zich te vergelden.
Dus nu nog eens de vraag: Straft God je als je zondigt? Die gedachte wordt nogal eens gecommuniceerd alsof God boos zou zijn over jouw zonde. Ook al ben je dan Zijn kind, dan nog zou Hij je een stevige afstraffing geven als je verkeerd handelt omdat je Hem boos hebt gemaakt.
Nee, dit is absoluut niet waar. God zal je niet bestraffen als je zondigt. Je eigen zonden kunnen aanvoelen als een straf. De Heer kan de consequenties van je zonden toelaten om te dienen als een tuchtiging. Maar Hij houdt van je.
Hij nam alle jouw zonden op zichzelf op het kruis. Je zult dus nooit en te nimmer meer gestraft worden omdat Hijzelf daar al eenmaal mee heeft afgerekend. Als je dit begrijpt en gelooft verandert dat je hele idee over God.
Het is een waarheid die jou bevrijdt in je eigen wandel in genade.